Caldra – het meisje met de gele ogen – wordt badend in het zweet wakker. De nachtmerrie die haar achtervolgt, wordt steeds erger. Ze ziet altijd hetzelfde in haar dromen: water en een rood licht dat flikkert als een hartslag. Op de koop toe wordt ze onverklaarbaar aangetrokken door het nabijgelegen grote meer.

Als de tiener daarop – onbedoeld – een schaduw uit haar verleden ontketent, zet ze een kettingreactie in gang waarvan de gevolgen niet te voorzien zijn. Wil ze ontsnappen uit de klauwen van de schaduw, dan zal ze haar vreemde kracht moeten leren beheersen en ontdekken wie ze werkelijk is. De schaduw bezit daar de antwoorden op, maar die heeft zo zijn eigen plannen …

Het boek bestellen

 

Het boek ‘Bloedkind’ kost 24 euro. Maar je kan het bestellen  bij Kenny Loiseaux voor 22 euro (met 2 euro korting).

Dat kan via via het formulier hieronder.

 

Het boek is voor 22 euro uit voorraad te koop bij:


 

Verzending


Als je het boek in België wil laten leveren, betaal je 6 euro verzendkost.

Je vult het formulier hieronder in en betaalt vooraf 22 + 6 = 28 euro op rekeningnummer BE19738025025012 van Kenny Loiseaux met vermelding van ‘Bloedkind’ en de naam waaronder je je bestelling geplaatst hebt.

Als je het boek in Nederland wil laten leveren, betaal je 10 euro verzendkost.

Je vult het formulier hieronder in en betaalt vooraf 22 + 10 = 32 euro op rekeningnummer BE19738025025012 van Kenny Loiseaux met vermelding van ‘Bloedkind’ en de naam waaronder je je bestelling geplaatst hebt.

 

Boekhandel

 

Het boek is op bestelling te koop in elke boekhandel in Vlaanderen voor 24 euro.

Bestelformulier 'Bloedkind'

Introductie

 

Welkom beste lezer,

 

Waar moet ik beginnen… Oh, ja, natuurlijk:

 

Mijn naam is Kenny Loiseaux en ben afkomstig uit het prachtige Brugge. Dank je om deze website te bezoeken en interesse te tonen in Bloedkind, mijn debuutroman. Het genre is Young Adult Fantasy, geschreven in de eerste persoon.

 

Aegio.


Dit is een term die zal voorkomen in het boek. Het is een term voor een mens met de speciale, bovennatuurlijke gave om materie te beheersen en manipuleren. Het laat hen toe om bijvoorbeeld vuur te beheersen of planten te laten groeien of water te manipuleren. Caldra is er bij haar weten geen, en toch bezit ze een kracht die onverklaarbaar is. Vanwaar komt dit opeens? Waarom zij en wat heeft haar nachtmerrie hier mee te maken? Eens ze per ongeluk de schaduw uit haar verleden ontketent, begint het verhaal echt goed op gang te komen en ontplooit zich alles langzaam maar zeker. Pionnen worden in positie gezet en alles wordt zorgvuldig gepland en voorbereid. De vraag is of Caldra dit alles te slim af kan zijn en op tijd kan ontdekken wie ze is, voor het te laat is.

 

Het verhaal volgt niet alleen mijn heldin, de jonge tiener Caldra, en haar beproeving om te ontdekken wie ze is en waar ze vandaan komt. Je kijkt ook door de ogen van de schaduw in haar nachtmerrie, iets wat je een uniek perspectief geeft in het verhaal zelf. Het is een avontuur over obsessie, over liefde, haat en verbitterdheid. Over doorzettingsvermogen en aanvaarden wat je bent.

 

Hopelijk prikkelde ik jullie om het boek ook daadwerkelijk te proberen. Het is een verhaal waar ik jaren aan heb gewerkt om te perfectioneren. Ik hoop alvast dat jullie ervan genieten.

 

Dankbetuigingen:

 

Het is een emotionele rollercoaster geweest met ups en downs om mijn verhaal te transformeren naar wat het nu is. Maar het resultaat mag er zeker en vast zijn. Mede dankzij het fantastische werk van Uitgeverij Stokstaart, met in het bijzonder Chris Vercammen en Dirk Ceulemans is mijn droom werkelijkheid geworden. Bloedkind is eindelijk een waar boek.

 

Maar ik zou een onmens zijn als ik niet alle andere personen in mijn leven die me door dik en dun zijn blijven steunen en me helpen het verhaal te vormen door adviezen en ideeën te geven en door het “test” lezen. De twee belangrijkste dames zijn dan ook mijn echtgenote en mijn moeder. Dank jullie beiden om mijn jarenlange gezaag en obsessie aan te horen (tot vervelens toe) over Bloedkind. Zonder jullie twee zou ik nooit zo ver zijn geraakt.

 

Er is echter nog iemand die mijn eeuwige dank verdient, een collega vanuit Alstom Brugge die me steunde en motiveerde om verder te bouwen en puzzelen om het best mogelijke versie van het verhaal tot stand te laten komen. Merci Gunnar om me die duw te geven om mijn verhaal te herbouwen en te laten passen.

 

Het idee:


Waar komt het idee om een boek te schrijven vandaan? Wel, dat is een lang verhaal dat ik zo bondig mogelijk zal uitleggen, want Bloedkind zit al bijna dertig jaar in mijn hoofd. Het begon allemaal met een droom, dezelfde nachtmerrie waarmee Caldra wordt geplaagd in mijn boek. En als ik zeg dezelfde droom, dan bedoel ik exact dezelfde. De omstandigheden van die nachtmerrie herinner ik me niet meer zo heel goed. Ik weet nog dat ik lag te ijlen in bed, waarschijnlijk was ik ziek ofzo. Ik moet een jaar of tien zijn geweest want ik en mijn broer lagen nog op dezelfde slaapkamer, onze bedden geschrankt naast elkaar. In die droom was er een schaduwachtige omgeving en voelde ik de muren van zwart glas op me afkomen, gevangen en omringd door water. Een rood licht flikkerde en trok me naar beneden waarna ik het aanraakte en wakker schoot.

 

Deze droom hield me zo lang in bedwang dat ik erover begon te fantaseren. Ik breide er een verhaal aan vast en dat verhaal groeide en groeide, en werd complexer en complexer. Ik creëerde Eldriwood, het meer, de Donderbergen, daarna kwam het enorme Demsterbos erbij en de trollen, het koninkrijk Altrona volgde daarna en een idee ontsprong. Wat als ik deze fantasie neerpende in een verhaal? Ik was toen een jaar of dertien, veertien en ik begon te schrijven. Eerst twintig pagina’s, dan tachtig, en dan… zat ik vast in mijn plot…

 

Dus ik begon opnieuw, en opnieuw, en opnieuw.

Er zaten jaren tussen en Bloedkind groeide mee met mij. Hoe volwassener ik werd, des te beter de verhaalstijl werd en ik de plotgaten op kon lossen.

Davinport kwam erbij, de Metropool, de Inquistie, de term “aegio” werd bedacht net als de krachten de ze bezaten.

 

Uiteindelijk in 2021, enkele maanden na de geboorte van mijn tweede dochter, was ik rond. Bloedkind was klaar. Een epos van vijfhonderddrieëndertig pagina’s geschreven in de derde persoon.

Vol goede moed probeerde ik via de grote uitgevers, maar helaas, geen interesse. Eén van de enige reacties die ik kreeg was: “Het verhaal zit goed, maar derde persoon verhalen zijn complexer, je had het beter in eerste persoon geschreven. Het is bovendien erg langdradig.”


En dit heeft me altijd doen nadenken. Kan het? Inkorten leek me geen probleem. Maar zou het lukken dit verhaal als in de eerste persoon te schrijven? Nee, want ik moet de “slechterik” zijn pad ook tonen, anders wordt het te verwarrend. En wat als ik hem aan het woord laat en vanuit zijn standpunt in de eerste persoon schrijf? Dan kan ik alternerend wisselen met Caldra haar perspectief. Zou dit werken?


Het idee werd voortgestuwd door de inspirerende woorden van mijn dierbare collega Gunnar: “Wat heb je te verliezen?”

Niets, helemaal niets.

Ik herschreef het verhaal vanuit de eerste persoon, maar op advies van mijn vrouw en moeder korte ik het in tot rond de driehonderd bladzijden. Nog steeds een stevige klepper, maar niet de titaan die het eerst was.

Dit verhaal is wat je nu ziet.

 

Ik ben zo onvoorstelbaar blij dat het me gelukt is het op papier te krijgen. Dit is echt een jongensdroom die uitkomt.

 

Bedankt alvast om hem te lezen.

 

Met hoogachting,

Loiseaux Kenny


Een stukje uit het boek ...

Hoofdstuk 1: Caldra

Het meisje met de gele ogen

 

 

Zweetdruppels parelen langs mijn hoofd wanneer ik wakker word. Mijn armen tasten in het wild om me heen op zoek naar grip. Gelukkig kan ik mezelf redelijk snel rechtop krijgen. Mijn longen werken alsof ik een zware training van Nox achter de rug heb. Uit alle macht probeer ik mijn ademhaling onder controle te krijgen maar slaag hier amper in. Het halfduister in mijn slaapkamer helpt me hier wel wat mee. Al van kinds af kan ik genieten van het donker. Het geeft me een sereen en rustig gevoel. Hoewel het zonlicht doorheen de spleten van het dikke rode gordijn tuurt, vind ik mijn kalmtepunt. Een moment van ademruimte om na te denken over mijn nachtmerrie. De droom wordt steeds erger, steeds levendiger, maar ik herinner me er slechts fragmenten van. Hoe zeer ik ook probeer.

 

Een rood licht onder water terwijl een zachte stem mijn naam fluistert. Dat beeld is mijn enige houvast, buiten de pijn dan. Een stekende gruwelijke pijn in mijn hoofd waarna ik altijd wakkerschiet.

Ik weet niet goed wat ik hiermee moet doen. Even springt Jeska in mijn gedachten, maar ik verdring snel dit idee. Mijn pleegzus is een vriendelijke en tegelijk ook een ongeruste en nerveuze meid. Ze gaat er een drama van maken, zoals ze altijd doet. Net zoals mijn pleegouders trouwens. Ze bedoelen het allemaal wel goed, maar ik heb echt geen zin in een diep gesprek hierover. En daarbij, hoe erg kan het zijn? Misschien is het naïef maar des te langer ik over de nachtmerrie nadenk des te vager hij wordt. Het is dan wel al een week bezig, het blijft maar een droom. En dromen zijn bedrog, is dat niet wat ze zeggen?

Met overtuiging veeg ik de snotjes uit mijn ogen, gaap diep en begraaf mijn initiële angsten. Vol overgave schuif ik de gordijnen open, een actie die ik me al snel beklaag. Het prachtige meer aan onze herberg is dan wel beeldschoon, de zon begroet me wat te fel met haar intense morgenlicht. Mijn ogen vernauwen terwijl mijn ochtendhumeur gromt als een hongerige beer. De krakende vloer verraadt mijn aanwezigheid wanneer ik naar de badkamer slenter. Gelukkig zonder veel erg, want ik ben alleen boven. Terwijl ik me was en mijn kleren aandoe verschuiven mijn gedachten vreemd genoeg naar buiten. Ik kan mijn blik niet afhouden van het grote meer. De glinsterende watermassa oogt rustig, op het grote vrachtschip na dan.

Waarschijnlijk gaat het een nieuwe lading dondersteen oppikken. We zijn dan wel een klein stadje, zeker in vergelijking met Davinport, toch zijn we een grote speler. Onze rijkdom rust haast volledig op dit lucratieve en uiterst beheerde gesteente. Ontginnen van deze grondstof is dan ook onze hoofdeconomie. Zonder deze exploitatie zijn we niets.

Ik vergaap me onder het tandenpoetsen door aan de prachtige groen-gele zeilen van het schip uit Altrona. Weldra zal het aanmeren in onze haven. Een verse lading werk voor de dokken.

Met een zucht ontwaak ik uit mijn dagdroom. Ik heb moeite om wakker te worden. Nochtans ging ik gisteren niet te laat naar bed. Hopelijk geeft een sterk ontbijt me wat meer energie.